Scherpe puppytandjes en bijtgedrag
Als er één ding is waar iedere begeleider het over heeft wanneer het over pups gaat dan is het bijten. Die scherpe tandjes die gemakkelijk in je vel en je kleding blijven hangen. Tandjes die, wanneer ze je vast hebben, maar moeilijk loslaten en waardoor kinderen en menig volwassene toch echt wel een beetje huiverig wordt voor puppymondjes. Vele begeleiders roepen na de eerste twee weken volmondig: ik zal blij zijn als alle tandjes gewisseld zijn. Maar ja, moet je daar wel meteen om wensen?
Tijd om eens wat licht te schijnen op het onderwerp puppytandjes en bijten. Waarom zijn tandjes zo scherp? Waarom bijten die pups toch zo makkelijk en veel? En wat moet je ermee? Laten we eens beginnen bij het begin.
Foto bron: Pixabay – Scherpe puppytandjes
Het gebit bij honden
Een korte uitleg over het ontstaan van het gebit en het wisselen. Een pup wordt tandloos geboren. Eerst zal er een melkgebit doorkomen en in een later stadium zal dit melkgebit gewisseld worden voor het definitieve of volwassen gebit.
De eerste tanden die doorbreken zijn de hoek- en snijtanden, deze verschijnen op de leeftijd van drie tot zes weken. De puppykiezen breken door tussen de vijf en zes weken. Dit melkgebit van pups is echt vlijmscherp. De tanden zijn echte naaldjes die meteen in je huid graven en die je echt wel goed voelt.
Het wisselen van de tanden start bij pups rond de leeftijd van drie maanden. Tegen de tijd dat de hond zeven maanden oud is, zijn alle puppytanden vervangen door definitieve. Deze ‘grote honden’ tanden zijn minder puntig en voelen dan ook heel anders aan op je huid.
Waarom zijn die tandjes zo scherp?
Wanneer een pup in huis komt, leer je al heel snel dat pups hele scherpe tandjes hebben. Ben je regelmatig op puppybezoek geweest bij de fokker, dan ben je daar al eerder achter gekomen. Die vlijmscherpe tandjes zijn er om een tweetal redenen.
- De tandjes komen door rond de tijd dat de moeder de pups gaat afspenen. De pups gaan dan langzaam over op vaster voedsel. De tandjes zijn dus nodig om het eten te verwerken maar ze hebben nog een ander doel. Het drinken van de pups gaat pijn doen vanwege de tandjes, wat ervoor zorgt dat de teef het drinken eerder onderbreekt door weg te lopen of minder vaak toe te staan dat er gedronken wordt.
- De tweede reden is dat de pups door middel van deze scherpe naaldjes leren hoe ze met hun gereedschap moeten omgaan: hun volwassen gebit. De pup leert op verschillende manieren wat bijten met zijn tanden betekent. In het nest hebben de pups geleerd hoe hard ze een broertje of zusje kunnen bijten, voordat er een reactie komt. Bijt je te hard in een nestgenoot dan kan er een gil of snauw volgen. “Als je niet leuk kan spelen dan maar niet spelen”.
Bij jou in huis zullen zij ook hun tandjes gaan uitproberen. Pups ontdekken de wereld met hun mond en daardoor zullen ze in van alles en nog wat bijten. De voornaamste les die ze moeten leren met deze scherpe tandjes, is met hoeveel kracht ze kunnen en mogen bijten. Deze scherpe tandjes kunnen wel krassen veroorzaken, maar in combinatie met nog niet volgroeide kaak- en kopspieren zullen ze nog niet in staat zijn hele serieuze verwondingen toe te brengen (ze kunnen je vinger er niet af bijten). En dat is dus ook de reden dat die tandjes er zijn. Ondanks de nog niet volgroeide spieren komt een beet van puppytandjes wel behoorlijk aan bij de ontvanger. Deze ontvanger, een andere hond of jij als begeleider, zal reageren wanneer de pup te hard bijt. Er volgt voor je pup een consequentie op het bijten.
Wat als er geen consequentie volgt? In dat geval reageren de meeste pups door nog harder of nog langer door te gaan met bijten. Pups zoeken echt een grens met hun bijten. Ze moeten leren wat wel en wat niet mag. In gesprek gaan met een pup over het bijten is dan ook lastig. Wanneer je probeert je pup tot kalmte te manen zal je pup nog steeds op zoek zijn naar die grens en toch maar harder proberen te bijten want schijnbaar mag en kan dat nog.
Bijten en een bijtrem
De consequentie die volgt op het bijten is dus belangrijk, daar leren pups van. In het nest loopt een broertje of zusje bij hem weg wanneer er te hard gebeten wordt. In spel met ons mensen zoekt een pup ook naar duidelijke grenzen.
Deze grenzen kun je aan je pup uitleggen door het spel te staken en weg te lopen als er te hard gebeten wordt. Je kunt dit combineren met het zeggen van ‘AU’ wanneer je dat wilt.
Wanneer je dit consequent toepast, leert je pup wat te hard bijten is. Maar dan ben je er nog niet helemaal. Je kunt je pup een goede bijtrem aanleren. De moeder van de pups en nestgenoten onderling zijn daar al mee bezig geweest in de periode dat de pups nog in het nest zijn. Maar jullie als begeleider kunnen daar dus mee verder gaan.
Hoe leer je een bijtrem aan?
Om je pup een bijtrem aan te leren kun je de volgende stappen doorlopen:
- Maak een indeling van de hardheid van het bijten van je pup.
4 = heel hard, je huid gaat kapot en er komt bloed bij kijken,
3 = hard waarbij je huid indeukt, maar wel heel blijft,
2 = stevige druk,
1 = bijna geen druk met tanden op je huid. - Je reactie op bijten is altijd hetzelfde ongeacht waar je bent in het proces.
- Zorg ervoor dat je overal speelgoed hebt liggen, waar je makkelijk bij kunt. Het speelgoed mag niet te klein zijn. Je moet samen met je pup makkelijk het speelgoed vast kunnen hebben zonder dat het puppymondje je hand aanraakt. Een pluche beest is een betere optie dan een bal.
- De eerste vijf dagen ga je alleen maar reageren op beten die in categorie 4 ingedeeld kunnen worden. Je zegt op normale toon ‘AU’, staat op en loopt weg bij je pup. Geen gesprekken voeren, niet vastpakken, geen gepiep, maar gewoon weglopen.
- In die eerste vijf dagen zul je ook vaak beten van kracht 3 of 2 ervaren. In deze gevallen ruil je je huid om voor het speeltje.
- Na die eerste vijf dagen ga je merken dat je minder kracht 4 beten zult voelen. Dan ga je op kracht 3 beten hetzelfde reageren als kracht 4: je zegt ‘AU’ en loopt weg. Wanneer je geneigd bent harder te roepen of te gaan piepen bij het zeggen van ‘AU’, loop dan gewoon weg zonder iets te zeggen.
- Na tien dagen merk je dat ook de kracht 3 beten verminderd zullen zijn net als die van categorie 4. Nu is het de tijd om ook op de kracht 2 beten op dezelfde manier te reageren. Na twee tot drie weken zul je merken dat je pup voornamelijk zonder druk je handen, armen of voeten zal vastpakken (kracht 1) en nog maar heel sporadisch harder.
- Blijf dit recept volhouden tot je pup alleen nog maar zachtjes bijt: je hebt effectief een goede bijtrem aangeleerd.
Door de duidelijke consequentie van bij je pup weglopen aan te hard bijten te koppelen, leer je je pup een bijtrem aan. Houd de speeltjes bij de hand wanneer de pup al zachter bijt, dan kun je ruilen of samen even spelen zonder het harde bijten. De bijtrem is belangrijk zodat je pup leert hoe hard hij in jou of andere mensen mag bijten. Dat klinkt een beetje raar, maar het is wel een belangrijke les. Je kunt de grens van hard bijten steeds iets lager leggen, ofwel je kunt langzaam je pup leren steeds zachter te bijten. Op die manier leert je pup heel precies zijn mond en tanden te gebruiken en leert hij ook dat hij in mensen niet hard kan bijten. Tegen de tijd dat je pup zijn tanden heeft gewisseld zal hij alleen nog maar zachtjes je handen of armen vastpakken.
Het aantal dagen staan niet helemaal vast, het duurt zolang als het duurt. Merk je dat je echt helemaal geen vooruitgang hebt de eerste week dan is het raadzaam om je hondenschool of een gedragstherapeut in te schakelen om je te helpen. Let wel: je pup leert niet in zo korte tijd om altijd zachtjes te bijten maar je zult wel moeten merken dat je pup al iets vaker minder hard bijt.
Foto bron: Pixabay – Pup bijt in speeltje
Waarom je pup een bijtrem aanleren en niet afleren te bijten?
Het klinkt misschien raar dat we de pup wel laten bijten en dat we dat bijten alleen maar zachter willen hebben. Waarom niet gewoon de hond leren om helemaal niet te bijten? Honden hebben nu eenmaal maar een beperkt aantal opties als gereedschap: hun voorpoten en hun gebit. Dat gebit leren ze al op jonge leeftijd heel precies te gebruiken zoals hierboven beschreven is. Door ze te begeleiden in hoe zachtjes ze ons mogen of kunnen vastpakken geven we ze extra vaardigheden met hun gebit.
In geval van nood, ernstige schrik of pijn kan een hond uitvallen, of zelfs bijten. Dat hoort nu eenmaal bij het normale gedragsrepertoire van honden. Door je pup een bijtrem aan te leren, bouw je eigenlijk een veiligheidsmechanisme in. Honden die een duidelijke bijtrem aangeleerd hebben, weten hoe hard ze in iets kunnen en mogen bijten. Wanneer de hond heeft geleerd heel zachtjes te bijten of vast te pakken zal er meer kans zijn dat een beet, ook bij een schrikreactie, gedoseerd is. Ze pakken je hand of arm misschien wel vast, maar laten hem ook direct weer los. Het is uiteraard nog steeds pijnlijk, maar de schade zal minder groot zijn dan wanneer je hond geen bijtrem heeft geleerd. Leer je je hond aan dat hij helemaal niet aan je mag zitten met zijn bek, dan zal hij ook niet weten met welke kracht hij iets duidelijk kan maken en loop je het risico dat de beet in een schrikreactie erg hard is.
Wat als de pup doorgaat?
Het kan zijn dat weglopen alleen niet voldoende is en dat ruilen voor een speeltje ook niet resulteert in meer rust. Sommige pups zijn volhardend of zo opgewonden dat ze niet kunnen stoppen. Ze rennen dan achter je aan en gaan in je broek of veters hangen. Er zijn hiervoor een aantal oplossingen.
Je kunt ervoor zorgen dat je traphekjes hebt gemonteerd naar de opening van de keuken of de gang. Daar kun je zelf doorheen en de pup kun je dan aan de andere kant laten. Een andere optie is om de pup rustig weg te zetten in zijn bench of in een puppyren. In de gang of bijkeuken achter een hekje kan uiteraard ook. Waar het om gaat, is dat je pup even een time-out krijgt. Je ontneemt je pup de mogelijkheid om alsnog in je kleding te gaan hangen of helemaal als een wervelwind om je heen te blijven stuiteren. Daar wordt je pup namelijk niet rustiger van. De time-out is simpelweg een korte periode van één of twee minuten waarin je pup de tijd krijgt om te kalmeren en jijzelf als begeleider ook. Het kan nogal heftig gaan met sommige pups en dan is een kopje thee of koffie zetten een prima manier om zelf rustig te blijven.
Dolle 5 minuten
Het kan gebeuren dat pups een moment op de dag hebben dat ze even helemaal los gaan. Bij sommigen is dat een beetje rennen en spelen en dat is prima. Maar voor sommige pups ziet het er heel anders uit. Ze kunnen helemaal wild worden en in je broek of handen gaan hangen zonder aanspreekbaar te zijn. Vaak gebeurt dit op ongeveer een vast moment van de dag en vaak is dat ergens tussen 4 uur in de middag en 7 uur in de avond. Die enorme spreiding van tijd hangt samen met de verschillende dagritmes die mensen hebben.
Wanneer je pup aan het eind van de middag onaanspreekbaar lijkt te worden dan is heel vaak de oorzaak vermoeidheid. De dag is best lang voor een pup en ze hebben al veel gedaan. Niet alle pups slapen voldoende gedurende dag en bij veel mensen begint de drukte in huis vanaf een uur of 3 in de middag. Kinderen komen thuis, werkdag is klaar en reuring in de tent. En dan die pup die als een kleine piranha er doorheen rent. Wat dan te doen? Naar bed met de pup. Het is vaak gewoon teveel qua prikkels op deze momenten. Je bijtremtraining gaat ook niet echt zoden aan de dijk zetten wanneer je pup over zijn grenzen van prikkelverwerking en vermoeidheid heen zit. Tijd voor bed dus: in een puppyren, bench of keuken met een lekker gevulde KONG of een ander kauwspeeltje. Op die manier kan de pup wel ergens in bijten om af te reageren maar veelal zie je dat de pup binnen een paar minuten in slaap valt. Rust voor de pup en rust voor jou als begeleider.
Wat je echt niet wilt doen
Er zijn verschillende oplossingen in omloop die ongeschikt zijn om het bijten van pups te verminderen. Wanneer een aangedragen oplossing het toedienen van een pijnprikkel aan de pup inhoudt, is deze oplossing ongeschikt. Wanneer de oplossing het vastklemmen van de puppymond of zelfs het puppylijf inhoudt, dan is deze ook ongeschikt. Onthoud dat pups alles(!) moeten leren. Ook wanneer ze spelen met andere honden, zijn ze aan het leren hoe hard ze mogen duwen, trekken en bijten. Bij ons als huisgenoot en begeleider is dat niet anders. De pup is aan het leren. Dit leren hoeft niet gepaard te gaan met pijn. Duidelijke consequenties die altijd hetzelfde worden toegepast, geven voldoende duidelijkheid.
Speel geen ruwe spelletjes met je pup voordat je pup een goede bijtrem heeft aangeleerd. Wanneer je pup nog geen goede bijtrem heeft, zullen dit soort spelletjes leiden tot teleurstelling aan twee kanten. Jij als begeleider met pijnlijke en misschien wel bebloede armen en/of handen en de pup omdat je boos wordt of hem pijn doet als ‘terugbetaling’ dat hij jou pijn heeft gedaan. Ruwe spelletjes als worstelen zijn leuk om met volwassen honden te spelen, wanneer ze een goed begrip hebben van de bijtrem. Ze zullen dan hun beet doseren waardoor het spel van beide kanten leuk is en blijft. Speel met speelgoed dat lang of groot genoeg is zodat je pup niet meteen in je handen hangt, bijvoorbeeld een groot pluchen beest of een lange vlecht van fleece materiaal. Op die manier kun je leuk spelen zonder dat het meteen om bijtrem gaat. Tuggen mag prima in deze fase omdat het tuggen is aan speelgoed. Door groot of lang speelgoed te gebruiken kun je de puppytandjes goed vermijden en leert de pup in het speelgoed te bijten en niet in jou tijdens spel.
Laat kinderen niet zonder toezicht spelen met je pup. Kinderen kunnen niet goed aangeven wanneer iets te hard is. Wanneer het wel te hard is, zal dat plotseling zijn en wanneer de pup al helemaal over zijn toeren is. In die staat van opwinding zal de pup geen bijtrem meer kunnen hanteren of leren. Het kind zal in tranen eindigen en de pup krijgt hoogstwaarschijnlijk de schuld, terwijl ook de pup een baby is en het allemaal nog moet leren. Ga voor succes en leer je pup een goede bijtrem aan, zonder dat hij in situaties wordt gebracht waar het heel snel mis kan lopen met het leerproces.
Meer weten?
Deze tekst is bewerkt vanuit het boek Een hondenleven lang fysiek en mentaal in balans – Deel 1: Elke pup een goede start
De 4-delige serie Een hondenleven lang fysiek en mentaal in balans wordt geschreven door dierenosteopaat Martine Burgers en hondentrainer/etholoog Sam Turner.